Ich hab mein Sach Gott heimgestellt BWV 1113 - Track 3


De vroegste koraalbewerkingen van Bach zijn niet exact te dateren, zodat een chronologie moeilijk te bewijzen is. Daarom heb ik ervoor gekozen om de koralen per scheppingsperiode in thematische rubrieken onder te verdelen. Voor de periode rond 1699 zijn dat de rubrieken Leven en dood, Kerst, Oud- en Nieuwjaar en de Passietijd.
De dood en de vergankelijkheid is een thema waarmee Bach al op jonge leeftijd in aanraking kwam: een broertje overleed, maar ook zijn beide ouders was hij al op 9-jarige leeftijd kwijt. Verklaart dat de melancholie in zijn vroege werken?
Het eerste koraal in de rubriek Leven en dood is een bewerking van Ich hab mein Sach Gott heimgestellt. De melodie is een oud wereldlijk liedje van rond 1500, waarop aan het eind van de 16de eeuw een geestelijke tekst is gezet. 



De tekst is hier te vinden: 


Deze tekst spreekt over de berusting in de wil van God dat alle mensen sterfelijk zijn. We horen in de muziek drie duidelijke elementen: een vrije inleiding en tussenspelen (gespeeld op een combinatie met de Bärpfeife 8 van het Rugwerk, een bijzonder fraai kortbekerig tongwerk), de koraalregels zelf (gespeeld op de Prestant 8’ van het Hoofdwerk), en korte echo’s, die onmiddellijk klinken na de koraalregels (gespeeld op de iets intiemere Vioolprestant 8’ van het Bovenwerk).
De tussenspelen zijn over het algemeen wat energieker van karakter (met gepuncteerde ritmes) dan de zetting van de koraalmelodie zelf (hier en daar zelfs bijzonder chromatisch). Was Bach al bezig met tekstuitbeelding, hier wellicht om de tegenstelling tussen het ‘vandaag zijn wij fris en gezond’ (vers 5 van de tekst) en het ‘aardse jammerdal’ (vers 3) en de vergankelijkheid uit te beelden?

Hier de luisterlink:




Reacties

Populaire posts van deze blog

Wie schön leuchtet der Morgenstern, BWV 764 (fragment) – Track 31

Wie nach einer Wasserquelle BWV 1119, Track 5

Erbarm' dich mein, o Herre Gott, BWV 721 - Track 44