Wie schön leuchtet der Morgenstern, BWV 764 (fragment) – Track 31
Voor informatie over de oorsprong van de koraalmelodie en
-tekst verwijs ik naar Track 30.
Dit korte fragment is een belangrijk punt in het vroege werk
van Bach, om een aantal redenen. Ten eerste is het in autograaf overgeleverd,
zodat we zeker zijn van Bach’s auteurschap. Ten tweede slaat Bach duidelijk op
een aantal compositorische punten een nieuwe weg in. Vooral in vergelijking met
Track 30 (de fantasie over hetzelfde koraal) valt dat op.
Waarin onderscheidt dit koraal zich? Overduidelijk is dat
Bach werkt vanuit een kort motief, waar het werk mee opent:
Dit motief is direct ontleend aan de koraalmelodie, en is
ritmisch de ‘figura corta’ (Track 1!). Het motief wordt ingezet in de tenor, en
meteen geïmiteerd in bas en altstem; daarna zet in de sopraan in lange noten de
koraalmelodie in. Duidelijk zichtbaar is dat het openingsmotief zeer consequent
het stemmenweefsel bepaalt: voordien in geen andere bewerking zo te vinden. Ook
nieuw is dat het pedaal een integrale rol speelt en niet slechts als cantus
firmusklavier voor lange noten, of als eventuele ondersteuning van de
linkerhand (overname basfunctie) fungeert: het pedaal heeft duidelijk een
onafhankelijke functie, en kan niet door de linkerhand gespeeld worden. Dit procédé
wordt de eerste twee regels volgehouden; daarna start Bach weer met hetzelfde
korte openingsmotief, nu opgevuld met een constante 16den beweging. Echter, op
het moment dat de koraalmelodie inzet eindigt het fragment. Zag Bach dat zijn
opzet muzikaal niet zou overtuigen voor het hele koraal? In elk geval is het
een belangrijke stap naar het hechte stemmenweefsel van het Orgelbüchlein waarin
het korte motief bij veel koralen zeer compact is uitgewerkt; daar zou hij de
voorimitatie die hier al korter is geworden geheel loslaten en meteen met de
koraalmelodie inzetten.
Er zijn enkele completeringen gecomponeerd van dit koraal,
maar ik koos er met opzet voor om alleen de door Bach gecomponeerde noten te
laten horen. De registratie is een mild plenum van Prestanten 8, 4, 2 aangevuld
met een Quintadeen 16’ en enkele kleine vulstemmen; het pedaal met een
tongwerk.
Reacties
Een reactie posten