Posts

Posts uit maart, 2018 tonen

Herr Jesu Christ du Höchstes Gut, BWV 1114 - Track 13

Afbeelding
Dit derde en in deze periode laatste koraal in de rubriek ‘Confessie’ is op een tekst van de 16 de eeuwse Lutheraan Bartholomäus Ringwaldt. De tekst kent 8 verzen, en ondanks de lofprijzing in de eerste regel, is de teneur die van inkeer en zondebesef: http://www.bach-cantatas.com/Texts/Chorale008-Eng3.htm Slechts in het vierde vers slaat die sfeer enigszins om: Aber dein heilsam Wort es macht Mit seinem süssen Singen Daß mir das Herze wieder lacht Und gleich beginnt zu springen Dieweil es alle Gnad verheist Denen die mit zerknirschtem Geist Zu dir, Herr Jesu, kommen De koraalmelodie is waarschijnlijk ook 16 de eeuws, en mogelijk ook van de hand van Ringwaldt. In de tijd van Bach was de melodie in deze vorm bekend: De bewerking van Bach laat een aantal nieuwe elementen zien. Ten eerste, de melodie in de sopraan die rijkelijk versierd wordt met omspelingen en trillers, naar Noordduits voorbeeld: Ten tweede, Bach gebruikt hier weer een an

Aus tiefer Noth schrei' ich zu Dir BWV 1099 - Track 12

Afbeelding
De tekst van dit koraal is van de hand van – alweer – Maarten Luther (1534), en is vrij gebaseerd op Psalm 130 ‘Uit diepten van ellenden’. Het is het tweede koraal in deze scheppingsperiode in de rubriek: ‘Confessie’, en heeft het besef van gebrokenheid als hoofdthema. Aus tiefer Not schrei' ich zu dir, Herr Gott, erhör' mein Rufen, Dein gnädig' Ohren kehr zu mir, Und meiner Bitt' sie öffnen! Denn so du willst das sehen an, Was Sünd' und Unrecht ist getan, Wer kann, Herr, vor dir bleiben? Op deze tekst zijn twee melodieën, één ervan is ook van de hand van Maarten Luther en door Bach gebruikt in de bewerkingen in de Grote Orgelmis (Dritter Clavierübung) en o.a. in Cantate 38. De andere die hier wordt gebruikt is van de hand van Wolfgang Dachstein die het in 1525 publiceerde (al was de melodie wellicht daarvóór al bekend in een andere vorm). Rond de tijd van Bach zag deze melodie er als volgt uit: Interessant is nu hoe Bach deze melodie

Ach Gott vom Himmel sieh darein BWV 741 - Track 11

Afbeelding
Met de geniaal te noemen koraalbewerking Ach Gott vom Himmel sieh darein betreden we een nieuwe scheppingperiode in Bach’s leven: hij gaat in 1701 te voet vanuit Ohrdurf naar het veel grotere Lüneburg om daar aan het gymnasium te studeren. Geen kleine onderneming voor een 16-jarige, die hij samen met een familielid onderneemt. Dat hij die kans kreeg, is vrij uitzonderlijk: het moet al snel duidelijk zijn geworden, dat hij een grote intelligentie bezat. In Lüneburg zou hij trouwens de kost verdienen als koorjongen. In de grote stad kon zijn intelligentie, én zijn muzikaliteit, veel meer worden uitgedaagd, al dacht de familie Bach eerder aan een gedegen opleiding voor goede toekomstkansen. Dit koraal kan heel goed aan het begin van die periode zijn geschreven. Vooralsnog was Bach weg uit zijn vertrouwde familieomgeving, en voornamelijk op zichzelf aangewezen. Verklaart dat wellicht de ongekende melancholie in deze koraalbewerking? Werd Bach niet eerst emotioneel op de proef

Preludium in a BWV 551 - Track 10

Bach’s eerste ‘grote’ orgelwerk! Jean-Claude Zehnder, aan wie ik de chronologie van deze vroege Bachwerken ontleen, betoogt dat stilistisch gezien (stemvoering, gebruik van toevallige voortekens) dit werk als zeer vroeg moet worden ingedeeld, maar wel aan het eind van deze vroegste periode. Met enige fantasie kan men zich voorstellen dat Bach, nu 15 of 16 jaar oud, zich voorbereidt op de reis te voet die hij zal ondernemen van Ohrdurf naar Lüneburg (meer dan 100 km) om daar aan het gymnasium te gaan studeren en te zingen in het koor. De Noordduitse componisten Böhm en Buxtehude kende hij nog maar gedeeltelijk, en wellicht kan dit werk gezien worden als een samenvatting van alles wat Bach tot dan toe van deze stijl kende. Een interessante hypothese, want dit werk is qua vorm uniek in Bach’s vroege orgelwerk. Duidelijk is dat Bach, eenmaal aangekomen in Lüneburg en onder de invloed van Georg Böhm, een andere weg inslaat. Dit werk is een van de twee orgelwerken met twee  fuga’s, me

O Jesu wie ist dein Gestalt BWV 1094 - Track 9

Afbeelding
O Jesu! wie ist dein Gestalt In Marter hoch und mannigfalt, Mit wunden tief versehret, Am Creutz ist ausgespannet bloss, Hat seinen Glantz verzehret, Herzlich, Schmerzlich Ist deine Liebe Heise und trübe Reich von Gaben, Die dich an das Holtz erhaben. Zo luidt het eerste, typisch piëtistische, vers van dit gezang; de volgende verzen gaan over de verschillende lichaamsdelen van de lijdende Christus. Deze wat plastische insteek gaat terug op strofen uit de middeleeuwse hymne Salve Mundi Salutare, dat lange tijd aan Bernardus van Clairvaux werd toegeschreven. De lange tekst bestaat uit zeven delen, waarin steeds een ander deel van Christus' gekruisigde lichaam wordt bezongen, resp. de voeten, knieën, handen, de zijde, de borst, het hart en het hoofd. Dietrich Buxtehude (Bach’s latere grote inspiratiebron) componeerde baseerde zijn zeven cantates Membra Jesu Nostri op deze tekst. De verzen 3 t/m 9 van O Jesu! Wie ist dein Gestalt volgen deze zevendel

Ehre sei dir Christe, der du leidest Not BWV 1097 - Track 8

Afbeelding
Ehre sei dir Christe der du leidest Not is een kort koraal dat – alweer – met een voorimitatie van de koraalregel begint, en waar Bach, net zoals in Vom Himmel Hoch BWV 700 (Track 7), ervoor kiest om die voorimitatie niet bij elke regel strikt vol te houden. Herkomst van de tekst is niet geheel duidelijk. Het trekt een duidelijke link van de kruisdood naar de zondigheid van de mens. Het kent drie verzen met een ‘Kyrie Eleison, Christe Eleison… ’ refrein: http://www.liederdatenbank.de/song/10529 De melodie van het gezang heeft een 14 de eeuwse anonieme oorsprong, maar is in de loop der eeuwen licht veranderd. In het Evangelisches Gesangbuch is tegenwoordig deze versie te vinden: In Bach’s bewerking is te horen dat vooral de laatste noten van elke regel iets anders verlopen, en dat hij het Kyrie eleison maar ten dele behandelt. Alles lijkt gericht te zijn op bondigheid: een duidelijke introductie van de eerste regel, maar de volgende regels volgen elkaar sneller

Vom Himmel hoch da komm’ ich her BWV 700 – Track 7

Afbeelding
Een van de bekendste kerstkoralen, die Bach op verschillende manieren heeft getoonzet, later in het Orgelbüchlein, en als apotheose aan het eind van zijn leven met de meesterproef, de Canonische Veränderungen BWV 769. De tekst van het lied van de hand van Maarten Luther (1535) is hier te vinden: https://www.lieder-archiv.de/vom_himmel_hoch_da_komm_ich_her-notenblatt_200060.html De melodie van het koraal is eveneeens van de hand van Luther (waarschijnlijk 1539), door hem geschreven met een korte opmaat voor elke regel, zoals ook in   Ein Feste Burg het geval was: Al in de barok werd de opmaat gelijkgetrokken met de andere notenwaarden. In deze bewerking heeft de eerste noot van de eerste en tweede regel zelfs twee tellen. Dit tweede kerstkoraal in deze eerste scheppingsperiode van Bach is iets langer. Het volgt een ‘Pachelbelschema’: elke regel wordt fugatisch opgezet, alhoewel niet streng doorgevoerd, waarna   het pedaal de cantus firmus inzet. Opvallend