Ach Gott vom Himmel sieh darein BWV 741 - Track 11
Met de geniaal te
noemen koraalbewerking Ach Gott vom
Himmel sieh darein betreden we een nieuwe scheppingperiode in Bach’s leven:
hij gaat in 1701 te voet vanuit Ohrdurf naar het veel grotere Lüneburg om daar
aan het gymnasium te studeren. Geen kleine onderneming voor een 16-jarige, die hij
samen met een familielid onderneemt.
Dat hij die kans kreeg, is vrij uitzonderlijk: het moet al snel
duidelijk zijn geworden, dat hij een grote intelligentie bezat. In Lüneburg zou
hij trouwens de kost verdienen als koorjongen. In de grote stad kon zijn
intelligentie, én zijn muzikaliteit, veel meer worden uitgedaagd, al dacht de
familie Bach eerder aan een gedegen opleiding voor goede toekomstkansen.
Dit koraal kan heel goed aan het begin van die periode zijn
geschreven. Vooralsnog was Bach weg uit zijn vertrouwde familieomgeving, en
voornamelijk op zichzelf aangewezen. Verklaart dat wellicht de ongekende
melancholie in deze koraalbewerking? Werd Bach niet eerst emotioneel op de proef gesteld, en kwam pas daarna de intellectuele
uitdaging? Het zou de diepe uitdrukking in dit koraal verklaren. Ook hier zien
we weer het model van de voorimitatie met de melodie in het pedaal à la
Pachelbel ( de vorm is vergelijkbaar met Vom
Himmel Hoch BWV 700), en ook hier weer is die voorimitatie allesbehalve
streng doorgevoerd: op cruciale momenten krijgen de afzonderlijke regels dan
weer een lange, dan weer een kortere introductie. Maar de grootste inventiviteit
van dit werk ligt hierin, dat Bach in elke voorimitatie meteen een tweede stem
laat inzetten, die vaak syncopisch is, chromatisch verloopt of een Seufzer (‘zucht’)
is. Ook in dit koraal is weer de ‘intensivering’ te horen richting het einde
van het werk: het eindigt vijfstemmig met dubbel pedaal. Waarom noem ik dit
werk geniaal? Bach vindt een persoonlijke expressie, een nieuw soort ‘stroom’
in wat een manieristische compositievorm lijkt, en is daarbij zeer gedurfd is
het toepassen van chromatiek en dissonantie. Verder ontdekken we hier een emotionele
stuwing vanuit een nulpunt naar een ongekende intensiteit. Dat Bach vooral een
wiskundig genie zou zijn, weerspreken veel van zijn vroege werken: hij was een emotioneel ‘genie’, de romantische eeuw
ligt er al bijna in besloten.
De registraties zijn ook gebaseerd op die intensivering: ik
koos voor een bijna onmerkbaar crescendo met alle fluiten 8’, beginnend op het
Borstwerk, maar bij de derde regel al met alle klavieren gekoppeld. Dat het
Borstwerk in de zwelkast is gebouwd, gaf me de mogelijkheid met dichte kast in
een van de laatste regels een 4’ Fluit toe te voegen en dan langzaam de kast te
openen, waarna andere Fluiten 4’ worden toegevoegd.
De tekst van het koraal handelt over de arme mens met wie
God erbarmen moet hebben, maar ook de wens dat God de ‘valse leraars’ zal
straffen. Toevallig, als je naar een nieuwe school gaat…?
De bij deze tekst goed passende melodie is van Maarten
Luther:
Hierbij de muziek:
Reacties
Een reactie posten