Posts

Posts uit mei, 2018 tonen

Preludium en Fuga in C BWV 531 – Track 24 en 25

Afbeelding
Deze scheppingsperiode, waar Bach in Lüneburg voor het eerst kennismaakt met Georg Böhm, sluit af met de virtuoze Preludium en Fuga in C. Dat Bach hechte banden had met Böhm werd in 2006 nog eens bevestigd door de ontdekking van een kopie die Bach maakte van Reinckens ‘An Wasserflüssen Babylon’, waar in het papier dat hij daarvoor gebruikte, Böhms watermerk gevonden werd. Dit werk volgt het volgende stramien: Preludium: pedaalsolo (16den) – preludium met pedaal (voornamelijk 16den) –   virtuoos naspel ( met 32sten) Fuga: expositie (stemmeninzet van boven naar beneden) – ‘nep’ pedaal inzet (niet gehele thema) – divertimento – herexpositie met pedaalinzet – virtuoos naspel met 32sten. Vaak is gewezen op de invloed van Böhm in dit werk, vooral met diens Preludium in C, die ook met een pedaalsolo aanvangt met lange tijd de drieklank op C als ‘materiaal’. Nog vaker is ook gewezen op de ‘onrijpheid’ van het werk, de harmonische trivialiteit in het Preludium en de afwezighe

Herr Gott, nun schleuss den Himmel auf BWV 1092 – Track 23

Afbeelding
Herr Gott! nun schleuß den Himmel auf, mein' Zeit zum End sich neiget; ich hab' vollendet meinen Lauf, des sich mein' Seel' sehr freuet, hab' g'nug gelitten, mich mud' gestritten, schick mich fein zu zur ew'gen Ruh. Las fahren, was auf Erden, will lieber selig werden. De Lofzang van Simeon oftewel het Nunc dimittus vormt de basis voor de tekst van Tobias Kiel (17 de eeuw) van dit lied: de oude Simeon kon eindelijk sterven nu hij de kleine Jezus in zijn handen had gehouden, zoals hem beloofd was. Een dankbaar onderwerp voor het piëtisme, waar de persoonlijke ervaring een grote rol speelt. De melodie is van de eveneens (vroeg) 17 de eeuwse Michael Altenburg: Opvallend in deze melodie zijn de vele kleine intervallen, de (kleine) secunde komt het meest voor, sprongen groter dan een terts vallen meestal tussen de regels. Zeer interessant is nu om te zien hoe Bach deze melodie bewerkt. Weer neemt hij de tekst als lei

Jesu meine Freude BWV 1105 -Track 22

Afbeelding
In de periode rond 1701 vinden we in de recent (1985) ondekte Neumeister Sammlung nog twee koralen. Jesu meine Freude is een lied voor de kerstperiode, maar de 17 de eeuwse piëtistische tekst van Melchior Franck   spreekt meer van de relatie van de gelovige met Jezus, dan dat die verhalend is over de geboorte. Jesu, meine Freude, Meines Herzens Weide, Jesu, meine Zier, Ach wie lang, ach lange Ist dem Herzen bange Und verlangt nach dir! Gottes Lamm, mein Bräutigam, Außer dir soll mir auf Erden Nichts sonst Liebers werden. De melodie is van Johann Crüger uit 1653, gepubliceerd in diens beroemde Praxis pietatis melica : Echter, ten tijde van Bach was de melodie enigszins aangepast: Bachs bewerking is van deze periode wel een van de meest interessante en meest expressieve. Feitelijk zien we hier weer het model ‘minipartita’ waarbij Bach bijna per regel de textuur verandert, hoewel in dit geval de maatsoort gedurende de bewerking ongewijzigd

Was Gott tut, das ist wohlgetan, BWV 1116 - Track 21

Afbeelding
Was Gott tut, das ist wohlgetan! Es bleibt gerecht sein Wille; Wie er fängt meine Sachen an, Will ich ihm halten stille. Er ist mein Gott, der in der Not Mich wohl weiß zu erhalten, Drum laß' ich ihn nur walten. Een koraal uit de rubriek ‘vertrouwen’: een nog steeds bekende en geliefde melodie, met een wat onduidelijke ontstaansgeschiedenis inzoverre dat verschillende componisten eraan gewerkt hebben. De tekst is van Samuel Rodigast uit 1675; enigszins verwarrend is dat er een andere melodie bestaat die al in 1650 wordt gevonden bij Samuel Scheidt, met eveneens de titel “Was Gott tut, das ist wohlgetan”.   De melodie werd veelvuldig bewerkt, o.a. door Johann Pachelbel, die een verzameling variaties uitgaf over de koralen Christus der ist mein Leben, Herzlich tut mich verlangen, Alle Menschen müssen sterben en deze melodie; Pachelbel noemde de verzameling ‘Musicalische Sterbensgedancken’ (gedachten over het sterven); zo strikt gescheiden waren de rubrie